Gezonde stad
Milieu
We willen milieuhinder door verkeer, onveilige situaties en milieuhinder als gevolg van de aanwezigheid van bedrijvigheid voorkomen. Daarom is het van belang om milieuzonering , functiemenging en externe veiligheid te betrekken bij de ruimtelijke inrichting van werkgebieden. De gemeente stelt verschillende eisen aan de inrichting van bedrijventerreinen, industrieterreinen en de kantorenlocatie.
Bedrijventerreinen/industriegebieden
Zonering/functiemenging
Op de bedrijventerreinen Dordtse Kil I, II, III, IV is vestiging van bedrijven tot maximaal milieuklasse 4 mogelijk. De gebruiksintensiteit van bedrijventerreinen is laag tot gemiddeld. Functiemenging komt beperkt voor, maar gelet op het grootschalige karakter van deze bedrijventerreinen is wonen uitgesloten. Op de industrieterreinen Zeehaven en Merwedehavens zijn bedrijven tot maximaal milieucategorie 5.2 toegestaan. Het gebruik van deze terreinen is uitsluitend bestemd voor bedrijven. Woningen en zelfstandige kantoren zijn uitgesloten. Ook andere functies zijn in principe niet verenigbaar met het bedrijfsmatige karakter hier. Omgevingscondities zijn soms zodanig dat op bedrijven- en industrieterreinen alleen lagere milieucategorieën toelaatbaar zijn.
De overige terreinen zijn voornamelijk bedrijventerreinen waar vestiging van de bedrijfscategorieën 1 tot en met 3 zijn toegestaan. Deze zijn gelet op de afstand naar woonbebouwing niet geschikt voor de vestiging van risicorelevante bedrijven. Opslag en gebruik van gevaarlijke stoffen zijn hier toegestaan tot hoeveelheden die blijven onder de te hanteren ondergrenzen voor milieubelastende activiteiten zoals bedoeld in artikel 2.1 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Functiemenging is hier onder voorwaarden mogelijk.
Externe veiligheid plaatsgebonden risico/veiligheidscontour
De terreinen aan de westzijde van de stad (Dordtse Kil I t/m IV) zijn geschikt voor het toelaten van risicorelevante bedrijven. De zogenaamde categoriale inrichtingen uit het Bevi (Besluit externe veiligheid inrichtingen). Vanwege de relatief grote diversiteit van bedrijven moet er aandacht zijn voor de ligging van de 10-6 contour van het plaatsgebonden risico. Uitgangspunt daarbij is dat dit risico ‘binnen de poort’ blijft. Omdat de aanwezigheid van risicorelevante bedrijven niet samen gaat met de aanwezigheid van zeer kwetsbare gebouwen en kwetsbare gebouwen en locaties, geldt een verbod tot het oprichten hiervan.
De Zeehaven van Dordrecht is een industrieterrein waar havengebonden en industriële activiteiten plaatsvinden. Een deel van de bedrijvigheid is risicorelevant en valt onder Bevi. Op basis van artikel 14 van het Bevi heeft het college van burgemeester en wethouders een veiligheidscontour voor een groot deel van de Zeehaven vastgesteld. Het plaatsgebonden risico (PR10-6) van de in het gebied aanwezige bedrijven mag deze veiligheidscontour niet overschrijden. Het gebied binnen de veiligheidscontour zetten we na het in werking treden van de omgevingswet om naar een Risicogebied externe veiligheid - conform artikel 5.16 van het Besluit kwaliteit leefomgeving.
Binnen de veiligheidscontour mogen uitsluitend beperkt kwetsbare objecten aanwezig zijn die een functionele binding hebben met een aanwezig Bevi-bedrijf of met het gebied binnen de veiligheidscontour. Buiten de veiligheidscontour staan we op de industrieterreinen geen nieuwe kwetsbare objecten toe.
In het industriegebied Merwedehavens is nieuwe vestiging van risicorelevante bedrijven niet mogelijk. Dit als gevolg van de al aanwezige functiemenging in dit gebied, de slechte kwaliteit van de route gevaarlijke stoffen en de nabijheid van bestaande woonwijken. Voor Staart-Oost geldt dat nieuwe vestiging niet mogelijk is vanwege de ligging tegenover de woonwijk Merwepolder en het ontbreken van een route gevaarlijke stoffen. Uitbreiding van de bestaande vestiging is onder voorwaarden mogelijk.
Externe veiligheid groepsrisico
Ter beheersing van het groepsrisico heeft het Rijk een beleidswijziging doorgevoerd waarbij meer aandacht is voor een effectgerichte benadering van het groepsrisico (zie hoofdstuk 4 en bijlage 5). Ter beheersing van het groepsrisico stelt de gemeente aandachtsgebieden in. Kern van het beleid is dat brandaandachtsgebieden zo veel mogelijk beperkt blijven tot het eigen terrein. En dat explosie en gifwolkaandachtsgebieden niet reiken over woongebieden, kantoorlocaties en grootschalige detailhandel. Vrijstelling hiervan is onder voorwaarden mogelijk. Bij bestaande overschrijdingen streven we naar een permanente verbetering van de veiligheidssituatie. Hierbij hanteren wij Beste Bestaande Technieken (BBT) en waar nodig BBT+ als uitgangspunt.
Voor het groepsrisico binnen de veiligheidszone van de Zeehaven treffen we geen regeling. Hier verwachten we de hoogste mate van bewustzijn van risico's en zelfredzaamheid. Binnen de veiligheidszone volstaat het kader van de Wet milieubeheer ten aanzien van externe veiligheid en toepassing van best beschikbare technieken (BBT).
Kantorenlocatie
Zonering/functiemenging/externe veiligheid
Businesspark Amstelwijck is de enige kantoorlocatie in dit gebied. Een kantoorlocatie ligt dicht bij de hoofdverkeersverbindingen, in dit geval de A16 en de N3. Er kan sprake zijn van aanvullende voorzieningen, zoals een hotelfunctie, maar een groot aantal functies anders dan kantoren en leisure zijn vooralsnog uitgesloten.
Langs de randen van dit leefmilieu zijn hoofdtransportassen gesitueerd (spoor, N3 en A16). Deze assen hebben een belangrijke functie voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Op basis van het nieuwe veiligheidsbeleid van het Rijk krijgen al deze transportassen aandachtsgebieden voor brand, explosie en toxiciteit toebedeeld. Deze bedragen respectievelijk 30, 200 en 1.500 meter. Daar waar nodig stellen we voorschriftengebieden vast (zie hoofdstuk 4 en bijlage 5). Gezien de gevaarsetting leidt dat tot onderstaande bebouwingsvrije zones en voorschriftengebieden:
Verder geldt dat binnen het explosie aandachtsgebied van spoor en N3 geen zeer kwetsbare functies mogen worden ontwikkeld.
Groepsrisico
Ter beheersing van het groepsrisico heeft het Rijk een beleidswijziging doorgevoerd waarbij meer aandacht is voor een effectgerichte benadering van het groepsrisico (zie hoofdstuk 4 en bijlage 5). Kern van het beleid is dat het groepsrisico kleiner moet zijn dan Gr< 1,5 maal de oriëntatiewaarde of een personendichtheid per hectare die hiermee correspondeert.
Geluid
Een drietal bedrijven- of industrieterreinen in Dordrecht betreft geluid gezoneerde industrieterreinen. Daar kunnen zogenaamde lawaaimakers zich vestigen. Het betreft de Zeehavens (onderdeel van het gezoneerde industrieterrein Groote Lindt/Dordt-West), de Staart en Derde Merwedehaven. Het totaal aan industrielawaai vanaf deze terreinen is beheerd en begrensd door een zogenaamde zonegrens en door hogere waarden bij nabijgelegen woningen.
Bij de invoering van de Omgevinsgwet is vastgesteld dat dit wordt omgezet naar zogenaamde geluidproductieplafonds (GPP's) voor industrieterreinen. De verdeling van de beschikbare geluidruimte op deze terreinen is vastgelegd in de betreffende bestemmingsplannen. Bij ontwikkelingen met geluidgevoelige functies (zoals wonen) binnen de zonegrens moet men rekeninghouden met het industrielawaai.
De overige bedrijventerreinen in Dordrecht zijn niet voor geluid begrensd. Daar gelden per bedrijf de geluidvoorschriften uit het Activiteitenbesluit of de milieuvergunning. Een uitzondering daarop is Dordtse Kil IV. Voor dat terrein is in het kader van verbrede reikwijdte een geluidverdeling in het bestemmingsplan opgenomen. Die moet ervoor zorgen dat de geluidgevoelige omgeving is beschermd tegen teveel geluid van het bedrijventerrein als geheel.
Bij de inwerkingtreding van de omgevingswet decentraliseren de geluidregels voor bedrijven en vallen ze onder de bevoegdheid van de gemeente. In eerste instantie komen de regels neutraal over in de zogenaamde bruidsschat - het totaal aan regels dat overkomt van Rijk naar gemeenten. In de overgangsfase voert de gemeente samen met de Omgevingsdienst een heroverweging uit voor de benodigde en/of wenselijke geluidregels voor bedrijven en bedrijventerreinen.