Omgevingswet
De Omgevingswet betreft een grote wetgevingsoperatie. De wet bundelt wetgeving en regels voor onder meer ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Het doel van deze operatie is:
- Het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit.
- Het doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving om er maatschappelijke behoeften mee te vervullen.
Met het vernieuwen van het zogenaamde omgevingsrecht wil de wetgever de volgende verbeteringen bereiken:
- Inzichtelijker omgevingsrecht: het huidige recht over de fysieke leefomgeving is namelijk versnipperd geraakt.
- De fysieke leefomgeving moet op een samenhangende manier centraal staan in beleid, besluitvorming en regelgeving.
- Er moet meer afwegingsruimte zijn voor overheden, waaronder gemeentes, om doelen voor de leefomgeving te bereiken.
- De besluitvorming over projecten in de leefomgeving moet sneller en beter. Bij het ontwerp van dit nieuwe stelsel is de beleidscyclus gebruikt om te beoordelen welke verschillende instrumenten nodig zijn in de diverse fasen van deze cyclus. Deze beleidscyclus ziet er als volgt uit.
Omgevingsvisie
De wetgever stelt een omgevingsvisie verplicht, ook voor gemeentes. Zie kwadrant 1 van de beleidscyclus, beleidsontwikkeling. In deze visie geeft de gemeenteraad aan wat de kernkwaliteiten zijn van de gemeente, wat de ambities zijn voor de lange termijn en welke kaders er zijn voor toekomstige ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving. Deze omgevingsvisie beschrijft doelen in de fysieke leefomgeving voor Dordrecht, op integrale wijze en voor de langere termijn.
De visie heeft een zelfbindend karakter en biedt de basis voor de inzet van andere gemeentelijke instrumenten op grond van de omgevingswet. De omgevingsvisie vervangt de Structuurvisie Dordrecht 2040 inclusief herzieningen en brengt verkeers- en vervoersplannen, milieubeleidsplannen, waterplannen, woonvisies en allerlei andere visies op het gebied van ruimtelijke ordening samen. Dit betekent dat de omgevingsvisie Dordrecht 1.0 een integraal en samenhangend verhaal is waarin al het beleid, dat voorheen in fysieke sectorale plannen was opgenomen, op hoofdlijnen samenkomt.
Programma's
Het programma is een nieuw instrument dat meerdere doelen kan dienen. Dit instrument is opgenomen in kwadrant 2: beleidsdoorwerking. Het programma kan:
- een uitwerking van het beleid voor ontwikkeling, gebruik, beheer, bescherming en behoud van de fysieke leefomgeving zijn.
- maatregelen bevatten om aan omgevingswaarden te voldoen.
- maatregelen bevatten om één of meer andere doelstellingen voor de fysieke leefomgeving te bereiken.
Burgemeester en wethouders stellen deze programma's vast. In hoofdstuk 3, 4 en 5 staat welke programma's burgemeester en wethouders opstellen om de omgevingsvisie uit te voeren. Voor elk nieuw programma organiseren ze participatie. Alle te maken programma's die op dit moment voortkomen uit de omgevingsvisie zijn op een rij gezet in hoofdstuk 6 (Dordrecht naar een dynamische uitvoering). Hierin is te zien aan welke doelen deze bijdragen. Daarnaast heeft de gemeente een aantal visies/beleidsnota's etc. die we in de systematiek van de omgevingswet als programma kunnen zien. Deze blijven dus bestaan. Deze tabel is niet volledig. Vanwege bijvoorbeeld actualiteiten kan behoefte ontstaan aan het opstellen van een programma. Een programma moet altijd bijdragen aan de 7 doelen.
Omgevingsplan
Net zoals het bestemmingsplan de vertaling is van de huidige structuurvisie, is het omgevingsplan de juridische vertaling van de omgevingsvisie. Zie kwadrant 3: uitvoering algemene regels. De gemeenteraad stelt één omgevingsplan vast (of wijzigingen ervan). Voor de uitvoering van de visie brengt de gemeente na inwerkingtreding van de omgevingswet wijzigingen van het omgevingsplan in procedure.
Het omgevingsplan bevat in principe alle regels die de gemeenteraad aan en over de fysieke leefomgeving wil stellen. Dit alles maakt het omgevingsplan tot hét centrale juridische instrument van de gemeente. Voor het omgevingsplan is een heldere omgevingsvisie, waarin de belangrijkste keuzes zijn gemaakt, van groot belang. Het omgevingsplan is tenslotte niet meer of minder dan de juridische vertaling van vastgesteld beleid. Bij afwijking van het omgevingsplan is toetsing aan de omgevingsvisie nodig.
Omgevingsvergunningen
De omgevingsvergunning (kwadrant 3) is een belangrijk uitvoeringsinstrument. Voor het uitvoeren van bepaalde activiteiten kan men met een aanvraag toestemming krijgen. De omgevingswet bevat een aantal vergunningsstelsels, maar ook het omgevingsplan kan verboden (afgezien van vergunning) bevatten. Daarnaast is het mogelijk om met een omgevingsvergunning van het omgevingsplan af te wijken. Bij deze afweging om af te wijken, speelt de omgevingsvisie een rol. Draagt het initiatief bij aan de gestelde doelen?
Monitoring
Het sluitstuk van de beleidscyclus (kwadrant 4, terugkoppeling) is toezicht en handhaving en monitoring en evaluatie. Levert de inzet van bovengenoemde instrumenten gezien de opgaven en doelen van deze visie en de uitgangspunten het beoogde resultaat op? Daarmee is de beleidscyclus doorlopen en kan deze opnieuw starten. Verschillende redenen kunnen hiervoor aanleiding geven, zoals de terugkoppeling van kwadrant 4, beleidswensen of -aanpassingen, nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, wensen vanuit de samenleving, een nieuw gemeentebestuur en nieuwe wetgeving. De gemeenteraad houdt de vinger aan de pols. De omgevingsvisie wordt een levend document.