Energie systeem
We staan aan de vooravond van grote veranderingen aan ons energie systeem: de energietransitie. In het toekomstige energiesysteem hangen de elektriciteit-, gas- en warmtesystemen steeds nauwer met elkaar samen.
Doelstelling
Onder het motto 'De Drechtsteden gaan voor nieuwe energie' werken we samen met de decentrale overheden en stakeholders in de Drechtsteden aan de energietransitie. Dit gebeurt via vijf richtinggevende ontwikkellijnen:
- We stoppen met het gebruik van aardgas.
- We zetten sterk in op energiebesparing.
- We stoppen met het gebruik van benzine, diesel e.d.
- We zetten in op duurzame opwekking van elektriciteit.
- We realiseren dit met de hoogst haalbare maatschappelijke opbrengst.
We stappen over naar duurzame energiebronnen voor het opwekken van elektriciteit en het verwarmen van onze huizen en gebouwen. Dit pakken we binnen de Drechtsteden gezamenlijk op. De energietransitie heeft een ruimtelijke impact op onze regio. Om deze reden houden we rekening met de impact van de energieproductie op bestaande landschappelijke kwaliteiten en ruimtegebruik en beperken wij deze zoveel als mogelijk.
In de Drechtsteden hebben we oog voor deze complexiteit en willen we de energietransitie nadrukkelijk realiseren met de hoogst haalbare maatschappelijke opbrengst. We gaan daarom voor een betaalbare, betrouwbare en duurzame energievoorziening. Hierbij staat de balans met onze regionale en lokale economie, leefbaarheid en kwaliteit van landschap en natuur voorop.
De opwekking van elektriciteit is in vergelijking met warmte veel zichtbaarder in de openbare ruimte. Daarom zetten we in op de doorontwikkeling van het warmtenet, zodat we lokaal aanwezige warmtebronnen ontsluiten.
Wat gaan we doen om dit te bereiken?
A. Energieopwekking
Onze regio is dichtbevolkt met een relatief grote druk op het milieu. We hechten daarom veel waarde aan ons open landschap. Voor de opwekking van elektriciteit kiezen we ervoor om op basis van de vastgestelde ontwikkellijnen en afwegingskaders, het totale regionale aanbod grootschalige energieopwekking te laten bestaan uit drie onderdelen:
- Maximale inzet grootschalig zon op dak (binnen- en buitenstedelijk).
- Inventarisatie van maximale inzet op zon in restruimtes binnenstedelijk. Als laatste optie komt het buitenstedelijk gebied in beeld, echter pas als nut en noodzaak is vastgesteld.
- Ambitie, verkenning van andere mogelijkheden voor realisatie van zonne-energie en andere vormen van duurzame energie. Dit vindt plaats vanaf oktober 2020 samen met experts, inwoners en organisaties.De impact van deze onderdelen werken we verder uit in de RES 1.0.
De A16-zone is één van de globale zoekgebieden voor extra opwekking van energie. Om het gebruik van o.a. elektrische voertuigen te stimuleren wordt conform de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) verwacht dat iedere gemeente een integrale visie op laadinfrastructuur vaststelt, bij voorkeur in regionaal verband. De visie omvat laadinfrastructuur voor alle verschillende vormen van laden – van publiek tot privaat laden en snelladen – en alle verschillende vormen van elektrische voertuigen. Bovendien heeft het betrekking op laden binnen de bebouwde kom en buiten de bebouwde kom. Deze visie wordt steeds voor 2 jaar opgesteld, meet een zichttermijn van 10-15 jaar. --> figuur 4.20 ontbreekt
Omdat elektrisch vervoer belangrijk is voor de energietransitie van wijken die van het aardgas afgaan – en overschakelen op duurzame warmte en duurzame stroom – borgen gemeenten en regio’s (de voorbereiding op) de uitrol van laadinfrastructuur in de Regionale Energiestrategie (RES). Na afronding van de RES zal deze worden meegenomen in de actualisatie van de omgevingsvisie.
B. Warmtetransitie
Er is een voorkeursvolgorde gegeven voor drie verschillende warmteopties als alternatief voor het huidige gasgebruik. De eerste voorkeur gaat uit naar aansluiting op het warmtenet, daarmee zetten we lokale warmtebronnen in. De tweede voorkeur is een all-electric systeem. Op plekken waar deze alternatieven niet mogelijk zijn, kijken we in de toekomst naar het behouden of aanpassen van het gasnet in combinatie met het gebruik van hernieuwbaar gas.
Niet in alle wijken kunnen we tegelijk starten met het vervangen van de bestaande warmtevoorziening. Dit gebeurt gefaseerd. Beide kaarten worden periodiek geactualiseerd in de Transitievisie Warmte.
We richten ons voorlopig op de eerste voorkeur. Hiervoor zetten we in op een verdubbeling van het huidige aantal aansluitingen op het Dordtse warmtenet tot een waarde van minimaal 9.000 woningequivalenten (WEQ) in 2022. Samen met maatschappelijke partners zetten we daarbij in op het realiseren van de Startmotor voor woningcorporaties. De verwachting hierbij is dat zij in de periode 2021-2026 met behulp van de Stimuleringsregeling Aardgasvrije Huurwoningen (SAH) extra woningen kunnen transformeren.
Nieuwbouw en bestaande bouw
Volgens de wet mogen we nieuwbouw niet meer aansluiten op aardgas. Gelukkig kunnen we veel nieuwbouw aansluiten op het warmtenet Dordrecht.Voor nieuwbouwwoningen in het warmteleveringsgebied geldt op grond van het Bouwbesluit een aansluitplicht, tenzij dat niet tegen de standaard aansluitbijdrage kan. De gemeente neemt aansluiting op het warmtenet op als eis bij aanbesteding van locatieontwikkelingen in het leveringsgebied. Daarnaast worden de volgende gebouwen aangesloten:
- Nieuwe en bestaande woningen van de woningcorporaties Woonbron en Trivire.
- Nieuwe en bestaande gemeentelijke gebouwen.
- Bestaande grootverbruikers en VVE's.
Particulieren betrekken we via een wijkaanpak bij de ontwikkelingen. De timing daarvoor hangt mede samen met de passende financiële regelingen vanuit het Rijk.